H4 (Hue, Ha Long, Ha Noi... Huis) - Reisverslag uit Terschelling, Nederland van Jorn Veen - WaarBenJij.nu H4 (Hue, Ha Long, Ha Noi... Huis) - Reisverslag uit Terschelling, Nederland van Jorn Veen - WaarBenJij.nu

H4 (Hue, Ha Long, Ha Noi... Huis)

Blijf op de hoogte en volg Jorn

25 April 2014 | Nederland, Terschelling

De dag na mijn vorige verhaaltje vertrok ik dus inderdaad naar Paradise Cave in het natuurgebied van Phong Nha-Ke Bang op een afstand van 4 uur met de bus ten noorden van Hue. Het weer is nog steeds slecht met een dikke bewolking en om de zoveel tijd weer een motregen, dan weer droog, motregen. Vanuit de bus was er niet heel veel te zien wat bijzonder landschap aanging. Rijstvelden, elektriciteitskabels overal. Maar het landschap verraadde wel dat we steeds dichterbij het natuurgebied kwamen, de kabels verdwenen, de bergen werden hoger en woester, de kleine dorpjes en steden maakten plaats voor groen. En daar verscheen dan een rots met in gigaletters de naam van het natuurgebied met aan de voet daarvan een dorpje, waar allerlei trekkers, backpackers en klimmers logeerden. Hier hebben wij onze lunch gehad en splitste onze groep in tweeen. 1 voor Paradise cave en 1 voor Phong Nha, een andere grot, die niet zozeer mooier is, maar die je alleen per bootje kunt bereiken. Eerst reden we nog even met de bus door het uitgestrekte landschap, waar waterbuffels graasden en helderblauw water diep tussen de bergen door stroomde. Vervolgens reden we door middel van een soort electrische golfkar verder het park in, door de jungle, naar een bergpad die naar de ingang van de grot leidde, waar de sfeer heerlijk werd verpest door een Vietnamese muziekinstallatie met 1 nummer die langs het pad was geinstalleerd. Maar het was het helemaal waard. Na een stijle afdaling over een gladde houten trap kwamen we in een grote ondergrondse zaal vol grote stalagmieten en stalagtieten. De ruimte was gigantisch en na iedere bocht was er weer een nieuwe zaal, de een nog groter dan de ander. Op sommige plaatsen zou zelfs de brandaris genoeg ruimte hebben om rechtop te staan. Hier en daar waren ondergrondse meertjes, begonnen plantjes te groeien en glitterden kleine kristallen door de stenen formaties heen. Helaas konden we maar 1 kilometer van de grot bezoeken, vanaf daar moet je voorbereid zijn met zaklampen en gereedschap om te klimmen. In totaal is deze grot 31 kilometer lang en is het de op 1 na grootste grot van Vietnam (tot nu toe), de grootste grot in Vietnam is overigens ook de grootste in de wereld maar om die te betreden moet je 3000 dollies neerleggen. Uiteindelijk moesten we weer terug, langs de gladde trappen, naar de Vietnamese muziek, met de golfkar naar de bus, met de bus naar het dorp en van daaruit terug naar Hue. Bij aankomst bij het google hotel was de dag al om, het was al na 9 en daar zat Jason intussen ook. Samen lekker wat gegeten en na het boeken van een tour langs de Parfumrivier gingen we terug naar het hotel.
De volgende dag vertrokken we alweer vroeg met de bus en bezochten we drie tombes van een aantal keizers, Ming Mang, Tu Duc en Khai Dinh. Dit zijn respectievelijk de tweede, vierde en twaalfde keizers van de Nguyens, die vooral in de 18de eeuw aan de macht waren en hun leven leidden in Hue. De tombes liggen verspreid aan de parfum rivier en hebben natuurlijk elk een gigantische omvang met meertjes en hoge bomen, tempels en pleinen. De echte resten van Ming Mang en Tu Duc zijn overigens nooit echt gevonden. Hoewel er wel tombes zijn, zijn hun lichamen begraven in doolhoven van gangenstelsels die kriskras diep onder de grond zijn gegraven met verborgen deuren en al. Keizer Khai Dinh heeft het echter anders aangepakt. Zijn tombe is een tempel bovenaan een hoge trap, zonder groot gebied eromheen, maar wel versierd met vele beelden en marmeren zalen met ingelegd porselein die zelfs bij het minste licht je fel tegemoet glinsterd. De plafonds zijn beschilderd met wolken waar draken tussendoor vliegen en in de bouwstijl van deze tombe komen Frans en Vietnamees samen. Zijn resten zijn ook bekend en liggen begraven onder een bronzen beeld van zichzelf.
Na de tombes kregen we te zien hoe de rijsthoeden en wierook gemaakt wordt en kregen we een demonstratie te zien van de Kung Fu vechtsport wat gigantisch indrukwekkend, doch soms overdreven werd gebracht. Iemand leunend met zijn keel tegen een ijzeren speer aan, terwijl er op zijn rug met een moker een betonnen blok wordt kapot geslagen is zeker wel heel interessant om te zien, maar heeft ook wel een hoog "wat-gebeurt-er?"-gehalte. Echter het vechten zelf, zowel met stokken en zwaarden als met de vuisten en voeten was erg knap gedaan. Onze tour bracht ons ook naar de keizerlijke stad, maar aangezien ik deze al had gezien, ging ik met mijn oude kaartje naar het museum, waar oude artefacten uit de oude stad waren tentoongesteld, met parelmoer ingelegde tafels, zachte bedden en draagstoelen en allerlei bronzen en porseleinen voorwerpen.
Toen we allemaal weer terug bij de bus waren vertrokken we naar de volgende bestemming van de tour; de Thien Mu pagoda, die door zijn ligging met helder weer waarschijnlijk een prachtig uitzicht geeft over zowel de rivier als de stad, maar natuurlijk, we zijn nog steeds in Noord-Vietnam en het regent nog steeds, en als het niet regent, dan is het bewolkt of mistig. Na afloop vertrokken we met een bootje, in de vorm van twee draken, terug naar Hue.
De dag na de tour was tevens onze laatste dag in Hue. In verband met tijd tekort in Vietnam heb ik besloten met motor en al op de trein te stappen naar Hanoi en Jason, die intussen genoeg heeft van bussen gaat ook mee. Omdat het een nachttrein is hadden we nog een hele dag voor onszelf en nadat wij onze tickets hadden gehaald en de Yamaha klaar hadden gezet voor de transport namen wij nog mooi even de tijd om Hue te ontdekken. Dit keer vertrokken we naar een ander deel van de stad en liepen al snel over markten waar vooral opmerkelijk veel kikkers verkocht werden, die aan alle kanten probeerden te ontsnappen. Ik heb het overigens niet gegeten. We wandelden door kleine straatjes en langs een gigantische kerk, aten lokale broodjes, dronken hier en daar wat en deden gewoon lekker rustig aan. Uiteindelijk moesten we wel even terug naar google hotel voor onze tassen maar om 21.00 zaten we veilig in onze kamer in de trein, die we deelden met een lieve Aziatische grootmoeder en haar dochter. We hadden een kamer gekozen met zachte bedden en ik wil niet weten op wat voor bedden de mensen slapen die voor harde bedden hebben gekozen... Die nacht eigenlijk best goed geslapen en 's ochtends reden we nog steeds dappen door allerlei rijstvelden en de vele kleine dorpjes die we intussen allemaal al lang kennen.

Aangekomen in Hanoi miezerde het. Als eerste was het belangrijk de Yamaha terug te krijgen en na lang zoeken tussen allerlei ongeduldige Vietnamese mannetjes door vonden we eindelijk iemand die ons naar de juiste wagon leidde. Daar stond mijn scootertje, volledig ingepakt in karton en een houten frame die met een koevoet open gebroken werd. Daarna liepen we tussen de vele zakken met goederen en waarschijnlijk heel veel rijst naar de uitgang van het station. Het was intussen 12 uur. Jason moest te voet op zoek naar een hotel, aangezien mijn rugzak alweer stevig vast zat aan het uiteinde van mijn zadel. Ik dwaalde weer even alleen door de stad, met nauwelijks genoeg benzine. Hanoi doet al meer denken aan Ho Chi Minhstad, maar hoewel de wegen minder druk zijn, lijkt het wel chaotischer. Ik moet veel meer mijn kop erbij houden en ik blij dat is al vrij snel bij Madame Moon guesthouse aankwam, waar ik voor 20 dollar en luxe kamer had met uitzicht over het Hoan Kiem meer. Ik stuurde Jason mijn locatie door en al snel had hij voor dezelfde prijs een hotel vlakbij.
Na een tijdje rond te hebben gelopen door Hanoi, merk je dat deze stad eigenlijk heel anders is dan Ho Chi Minhstad. Het is hartstikke druk in deze bruisende stad en in iedere straat is er wel iets te krijgen wat eten aan gaat. Of je staat zomaar in een straat die van onder tot boven, begin tot eind gevuld is met schoenen, of een andere met souvenirs of weer een met stof, of met technische onderdelen van motor tot douchekop. De vele straten zorgen ervoor dat je zomaar verdwaald kunt raken. Een ander groot verschil met HCMstad is dat het toeristengebied groter is, maar dat er nog altijd meer Vietnamezen dan toeristen rondlopen, iets wat ik zelf erg fijn vind om te zien. Na een tijdje te hebben gezworven door de vele straatjes van Hanoi gingen we op zoek naar een plaats om een tour te boeken voor Ha Long. Ha Long is een baai ten oosten van Hanoi die bekend staat om de vele duizenden rotsen en eilanden die hier verspreid over het water liggen. Na lang zoeken hadden we iets van 80 dollar een tour met overnachting op een schip. Daarna ontmoeten we een groepje mensen die naar een waterpoppen show ging. Dat is een traditionele kunst waarbij door middel van poppen verhalen worden uitgebeeld en het wordt opgevoerd in een bad. Jason en ik besloten daar ook maar heen te gaan en direct bij aankomst was het ook aanvang, dus snel een kaartje kopen en op tijd voor de show zaten wij in de zaal. Het waren allemaal kleine traditionele volksverhalen die verteld werden, maar ook lieten de spelers (die je overigens niet kunt zien) de poppen dansen en vlogen er vuurspuwende draken over het water. Het was interessant, mooi en vooral heel erg knap gedaan. Na ons avondeten zijn we nog even het nachtleven van Hanoi in gedoken, maar alles sluit hier eerder dan op Terschelling, dus we sliepen mooi op tijd.
Want ja, de volgende dag moesten we weer vroeg uit de veertjes, tas opnieuw pakken, uitchecken en wachten op de bus. Ons gezelschap bestond uit een groep Chileense jongens, 2 Britten, 4 Australische dames, een aantal Koreanen, een stel met een tot op de dag van vandaag onbekende nationaliteiten en natuurlijk Jason en mij.

Tot niemands verbazing was het mistig en regende het in Ha Long. We kregen allemaal een stel natte zwemvesten en vertrokken met een kleiner bootje naar ons schip; Ha Long Dragon. Hoewel er hier en daar aan de buitenkant wat schoonheidsfoutjes zaten was het interieur erg mooi met rood bruin gelakte kamers en gangen en van buiten wit geschilderd. Hier kregen we eerst een Vietnamese lunch en hadden we even tijd om, ondanks de mist, rustig de omgeving te kunnen bekijken voordat we vertrokken naar de Sung Sot (of Verassende) grot. Het was smoordruk op dat kleine eilandje. Een continue stroom van mensen liep daar langs een houten trap omhoog met kleine stapjes. Gelukkig was het binnen al een stuk rustiger. De grot zelf was na het bezoek aan Paradise cave niet meer zo heel bijzonder meer, maar doordat er overal figuren in de rotsen zitten toch wel geinig om even te bezoeken, zo waren er rotsen die leken op olifanten, Boeddha's en draken. Daarbij was het uitzicht van boven erg mooi. Intussen waren we al bevriend geraakt met de Koreaanse dame en Britse dames aan boord van ons schip en er ontstond al een gezellige sfeer in de groep. Na afloop van de grotten gingen we kayaken, we hadden helaas maar een uurtje, maar het ging goed en we bereikten een open grot met veel stalagtieten, helaas had niemand een zaklamp om verder te gaan, maar het was een mooi plek om even rond te hangen.
De avond op het schip was echt geweldig. Na het eten hingen we eerst vooral een beetje rond en er werd wat gevist, maar niets gevangen. Maar toen ging de karaoke aan en klonk Dancing Queen van ABBA over het schip en als snel deed het hele schip mee met nummers als La Bamba, Hey Jude, Barbie Girl en Proud Mary. Helaas moesten we wel alweer stoppen om 22.30 want buiten om ons heen lagen nog veel meer schepen. Jason, de Koreanen, de Chilenen en ik zijn nog op het dek blijven zitten kletsen en drinken en natuurlijk sliepen we veel te laat. Sowieso een succesvolle dag.
Het zal zeven uur geweest zijn dat er op onze deur werd geklopt. Snel schoten we in de kleren en bleek dat het grootste deel van het schip al leeg was. We waren vroeg in de morgen aangekomen op een ander eiland, maar dit eiland was leeg en stil. Het heette Monkey Island, omdat er op dit eiland aapjes wonen en een lange stenen stap, gevolgd door een glibberig kleipad bracht je helemaal naar de top. Er waren geen toeristen naast onze groep en hoewel het niet heel spectaculair was, was het een goed begin van de dag. Terug bij het schip kregen we ontbijt met toast, jam, kaas en ei en gingen we naar een plek waar parels worden gemaakt. Oesters worden hier open gemaakt, er gaat een stofje in en vervolgens gaat de oester dicht en wordt in een omheind deel van het water gegooid een aantal jaren wachten (afhankelijk van hoe groot de parel moet worden) en voila, na 3 jaar kun je parels zoeken. Nog steeds maar 30% dat je er een vindt, maar er waren zoveel oesters dat dat wel goed moet komen. Na een heleboel kaartspelletjes en de lunch vertrokken we weer naar Ha Longstad en van daaruit weer terug naar Hanoi.

Terug in Hanoi hebben we rondgehangen met TJ, een Koreaanse knul van onze Ha Long groep, samen gegeten en mooi door Hanoi gewandeld. Lekker een bakje koffie gehad met uitzicht over het meer en nog even het nachtleven ingestapt.
De volgende dag, was het intussen woensdag 12 maart en ging ik weer met TJ en Jason op safari, door Hanoi. Want ergens in deze stad moest de oude stadsmuur nog te vinden zijn. Aangezien ik de enige met een kaart en een beetje richtingsgevoel was duurde het nog best wel lang voor we het vonden, maar hierdoor wel door allemaal kleine niet-toeristische straatjes gewandeld, met pleintjes en ruziënde buren. Maar uiteindelijk de muur toch echt gevonden. Die muur was niet heel bijzonder, maar de missie was geslaagd en vervolgens hebben we ergens een bitter citroen-thee-achtig drankje gedronken. Maar aan al het geluk kwam ook weer een einde, want TJ moest weer met het vliegtuig naar Seoul. Jason en ik zorgden ervoor dat we weer een tour kregen door Hanoi en na een lekker bakje koffie was het ook wel weer bedtijd.
De gids van onze tour was alweer vroeg aanwezig om ons op te halen dus snel snel Jason ophalen en snel snel naar de bus. Niet lang daarna was diezelfde bus ook helemaal vol en gingen we naar de Tran Quoc Pagoda een pagoda met heel veel gouden beelden. Vervolgens gingen we naar het mausoleum en het huis van Ho Chi Minh. Zoals jullie waarschijnlijk allemaal wel weten is oom Ho de held van Vietnam en was hij de eerste communistische leider van Vietnam. In zijn testament had hij geschreven dat hij gecremeerd zou worden en dat hij niet ergens opgebaard zou worden. Hij wilde een zelfde einde als het Vietnamese volk. Maar Vietnam zou Vietnam niet zijn als ze niet een gigantisch gebouw voor hem neerzetten, aan een groot plein, waar wit geklede gewapende mannen marcheren en in dat mausoleum ligt hij dus, niet gecremeerd, nee, hij wordt om de zoveel tijd naar Rusland gestuurd zodat hij weer een paar jaar goed blijft. Niet helemaal zoals ome Ho het in gedachten had. Maar het geheel, van de gigantische stoet mensen en de communistische muziek terwijl je die arme man daar in zijn glazen kist ziet was zeker erg indrukwekkend. De lange stoet volgend kwamen we ook weer buiten en bereikten we al snel een somber huis, waar Ho Chi Minh had gewoond, we liepen langs zijn auto's en bereikten daarna zijn tweede, nieuwere huis, een gezellig huis op palen, waar we, nog steeds in de stoet, aan voorbij mochten wandelen, en door de raampjes keken. Voordat we het wisten bevonden we toen alweer bij de volgende pagoda. De pagoda op 1 paal. Dat is het dus ook, een pagoda die op het water staat op een paal, met daarnaast, los van de constructie een trap, die naar het kleine altaartje binnenin leidt. Van hieruit liepen we terug naar de bus die ons vervolgens naar het Ethnology Museum bracht. In Vietnam leven meer van 50 verschillende etnische groepen, verspreid over het hele gebied en in dit museum, waar we helaas veel te weinig tijd hadden werd tentoongesteld hoe de mensen van de verschillinde bevolkingsgroepen leefden, wat voor gebruiken en huizen ze hadden en stonden hier en daar poppen in de prachtigste klederdracht. Ook was er een gedeelte voor seksuele voorlichting, waar onder andere een samurai van condooms stond, beetje raar tussen al die lieve brave oude spulletjes, maar zeker vermakelijk. Buiten was en klein parkje aangelegd met allerlei verschillende huizen en gebouwen van de verschillende groepen. Onze volgende stop was een hele oude tempel, gebouwd in 1070 om Conficius te eren; de tempel van literatuur. Deze tempel bestond uit twee grote ruime pleinen achter elkaar met de tempels om de pleinen gebouwd. Van buiten was het niet heel bijzonder, maar binnenin hingen prachtige voorstellingen in reliëf aan de muur en de verschillende verdiepingen zaten vol met beelden. Tussen de twee tempels in zaten twee gebouwtjes met een trom en een grote zware bel. Aan het einde van dit bezoek kregen we nog een voorstelling van traditionele muziek. Waar ik dankzij een tekort aan geld een dikke korting heb gekregen op een CD (zonder de zang, dus helemaal prima). Als laatste gingen we naar de Ngoc Son tempel, de tempel in het Hoan Kiem meer die ik de hele tijd al vanuit mijn hotel had gezien. Volgens de legende heeft lang geleden een keizer genaamd Le Loi een gouden zwaard ontvangen en heeft hiermee de strijd tegen de Chinezen gewonnen, het zwaard moest echter weer ingeleverd worden naar afloop en werd opgehaald door een schildpad die in dit meer leefde. Er wordt gezegd dat het gouden zwaard nog steeds op de bodem ligt. Nu is op datzelfde meer een tempel neergezet en zwemt er vandaag de dag nog altijd een schildpad in het meer. De tempel is erg klein, maar ligt op een mooi begroeid eiland. Binnenin is het niet veel anders dan de andere tempels, maar er is wel een mooie ijzeren schildpad tentoongesteld, zodat je, zelfs als je de schildpad in het meer niet hebt kunnen zien, je nog altijd een beeld hebt van hoe hij eruit ziet.
De dag na onze tour door Hanoi was het alweer vrijdag 14 maart. Deze dag hadden Jason en ik gepland om naar de grootste pagoda van heel Azië af te reizen, op de scooter, want het zou maar 30 kilometer van de stad af liggen. Het begon al lekker, ik zou benzine halen, maar na twee stoplichten, stopte de Yamaha er ook daadwerkelijk mee. Balen. Want de benzinestations zaten ver weg. Dus heb ik de scooter maar aan de kant gezet en ben met de cyclo, die waarschijnlijk opnieuw erg duur was, naar het tankstation gegaan. Mijn cyclist had een fles voor mij, die ik dankbaar aannam en liet vullen met het blauwgroene oliesap. Gelukkig kreeg ik de scooter al snel weer aan de praat en kon ik eindelijk Jason ophalen voor de tocht naar de Bai Dinh tempel. We hebben uren gezocht naar een manier om de stad uit te komen, maar geen enkele weg leidde naar het zuiden, en de weg die dat wel deed was niet voor scooters. Zelfs mijn GPS en kaart wisten mij niet verder te helpen en om 2 uur wisten we al dat het te laat zou zijn om er nog heen te gaan. Ik besloot dat het leuk was om in dat geval maar gewoon het platteland op te rijden en Jason, die dat niet gewend was, moest maar gewoon mee. Het was heerlijk, we hebben haast vastgezeten in de modder, reden langs kleine volkstuintjes en grote velden met gewassen. Op een moment kwamen we ook bij een tempel, waar we muziek hoorden, dus ik wil natuurlijk naar binnen, en alsof ik weer in Cambodja was werden we warm onthaald en mochten mee kijken naar een geweldig kleurig schouwspel van dans en kleine spiegels. Achter ons stonden grote papieren paarden klaar, waarschijnlijk om verbrand te worden, dus verwacht ik dat het om een verering van voorouders of belangrijke personen ging. Ik heb hier geen foto's durven maken, maar het was erg mooi om te mogen zien. De mensen wilden ons ook nog te eten aanbieden, maar dit hebben we afgeslagen om opnieuw op de scooter verder te rijden. We zijn onder andere nog langs een klein maar mooi kerkje geweest. Ik merkte onderweg een aantal keren dat Jason's helm soms tegen die van mij aantikte en toen we later aan een stomende kop pho zaten vertelde hij mij dat dat kwam doordat hij in slaap aan het vallen was achterop de scooter. Niet helemaal mijn idee van een veilige rit, dus ik vroeg hem om alsjeblieft wakker te blijven in het vervolg. Toch wel zo fijn. De dag was zomaar om, we hebben enorm veel gereden en de scooter zag er niet uit. Opnieuw gingen we in een luie stoel wat drinken en kaartspelletjes spelen bij het meer. Dat was onze laatste avond alweer.
De laatste dag was een beetje chaotisch; ik moest de Yamaha verkopen. Ik stond veel te laat op, checkte uit en liet mijn bagage achter in het hotel en liet mijn scooter schoonspuiten. Om half 5 ofzo zou mijn taxi bij het hotel zijn om mij naar het vliegveld te brengen. Het was intussen 12 uur. Jason ging gezellig mee en we vertrokken naar een straat waar we eerder met TJ waren geweest met veel motoshops. Ik had verwacht veel te krijgen voor de scooter dus ik was een beetje teleurgesteld toen ik hoorde dat ik er 140 voor zou krijgen. Ik ging verder zoeken en vond een plaats waar ze de waarde op 170 dollar zetten. Van hieruit waren het alleen nog maar lage bedragen, 50, 60, 70 dollar. Het bagagedragertje was vastgezet aan de motor zelf, de verf was niet de orignele, er miste wat versiering en stickers, dus de waarde was goed gedaald, daarbij was er iets mis met het achterwiel. We hebben het halve district doorzocht maar vonden eigenlijk maar heel weinig goede plaatsen en de tijd begon steeds meer te dringen. Uiteindelijk besloten we om terug te gaan naar de plaats waar we ze het erover hadden hem voor 170 te verkopen, maar ze hadden alleen een prijs gegeven, maar geen belangstelling. Iedereen heeft kennelijk een Yamaha Nouvo en die van mijn was in slechtere staat dan de meeste. Oke, dan naar die van 140, dat bleek dus helemaal niet de eigenaar te zijn geweest, na weet niet hoe lang wachten bleek deze ook geen belangstelling te hebben. Uiteindelijk hebben we de Yamaha weten te verkopen voor 100 dollar inclusief mijn, overduidelijk erg gewilde, helm. Niet helemaal mijn plan, maar ik moest wel, want ik had een vlucht om te halen. Ik heb daarna Jason overgehaald om met de cyclo naar de hotels terug te gaan en na een tijdje opgepropt in een karretje te zitten en een bakje koffie te hebben gedronken was het tijd om, na drie weken samen te hebben gereisd, afscheid te nemen. De duur uitziende taxi was gearriveerd. Mijn tassen en ik werden ingeladen en daar vertrok ik. Jason zou een paar uur later naar Vientiane in Laos afreizen. Vanuit de taxi zag ik nog muren met mozaieken erop van draken en prachtige kleuren en uiteindelijk de stad, steeds verderweg. Tot we bij het vliegveld aankwamen.

Dit was voor deze reis mijn laatste verhaal. Het grootste gedeelte is nog geschreven in Vietnam, de rest, veel te laat in Nederland. Intussen ben ik alweer meer dan een maand terug in het koude platte landje. Goed geland, geen problemen, geen cultuurschok. Het was een lange reis. Terugdenkend aan alles wat er gebeurd is, het trekken door de jungle, het reizen met de scooter, het zwemmen in kristalhelder warm water, het ontmoeten van al die verschillende coole mensen, de gigantische grotten en tempels zou ik wel eens willen dat ik er gewoon weer opnieuw was. De volgende reis staat dan natuurlijk ook alweer op het programma, maar eerst nog maar even sparen. Voor nu, nogmaals bedankt voor het lezen van de verhalen, vooral als je het geduld hebt gehad om deze ook nog even te komen lezen en heel veel knuffels.

Tam Biet :D

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorn

Ik heb krullen en een baard.

Actief sinds 09 Nov. 2013
Verslag gelezen: 1745
Totaal aantal bezoekers 7870

Voorgaande reizen:

15 Januari 2014 - 15 Maart 2014

Cambodiëtnam

Landen bezocht: