4-stedentocht - Reisverslag uit Hué, Vietnam van Jorn Veen - WaarBenJij.nu 4-stedentocht - Reisverslag uit Hué, Vietnam van Jorn Veen - WaarBenJij.nu

4-stedentocht

Door: Jorn van der Veen

Blijf op de hoogte en volg Jorn

05 Maart 2014 | Vietnam, Hué

Da Lat is een prachtige stad. De dag van mijn laatste bericht heb ik een heerlijke wandeling gemaakt bij zonsondergang om het grote meer waar Da Lat omheen gebouwd is en ik heb besloten om een tour te nemen georganiseerd door the Sinh Tourist, aangezien hun kantoor direct naast mijn hotel gelegen was en hun tour alles langs ging wat ik wilde zien en meer! De volgende dag was onze groep dus lekker vroeg op. De tour bracht ons allereerst naar het paleis van de laatste Vietnamese koning, die vanwege zijn Franse sympathieen werd weggestuurd. Overigens wel leuk om te melden dat de jonge stad Da Lat van origine gebouwd was door de Fransen als een soort vakantiebestemming. Het paleis zelf was gigantisch modern en op 1 kamer na totaal niet Aziatisch. De koning scheen destijds ook westerse kleding te dragen.
Na het paleis vertrokken we naar de plek waar ik al naar uit had gekeken; Crazy House. Een plein, met heel bijzondere huizen die met elkaar verbonden zijn door dunne, smalle, maar kennelijk erg stevige bruggen, die in de buitenlucht tot ver boven de stad uit torenen. In de gebouwen zitten allemaal gezellige kleine kamertjes die uit een sprookjesboek lijken te zijn gekomen en waar Goudlokje en Sneeuwwitje met enige fantasie wel eens soep uit de kommetjes van de plaatstelijk bewoners gegeten zouden kunnen hebben. De gevaarlijk uitziende bruggen gaven een geweldig uitzicht over de stad. Overigens is Crazy House nog niet af, op het moment worden er nog steeds delen bijgebouwd, nieuwe bruggen gemaakt en zijn er zelfs plannen om mensen de mogelijkheid te geven om er te logeren. Tip van de dag; niet te mal gaan, want ik denk niet dat je dronken over de bruggetjes wilt lopen. Na Crazy House was ik natuurlijk helemaal hyperactief en blij want het was een geweldig huis om heerlijk op onderzoek uit te gaan, overal gangetjes, tunnels, trappen en bruggen. Geweldig!
Na Crazy House gingen we langs een katholieke kerk, gewijd aan Sint Nicolaas, niet heel bijzonder, maar wel aardig. De tour bracht ons ook langs een oud treinstation waar je in groepen tochtjes kon maken door het gebied, maar dit hebben we niet gedaan. Ook zijn we naar een waterval geweest, ook niet heel bijzonder, maar we gingen met een soort 'rodelbahn' naar de waterval beneden, hartstikke leuk natuurlijk. We kregen nog een geweldig uitzicht toen we met een kabelbaan naar een Boeddhistische tempel gingen en ook de Valley of Love was een erg mooie rustgevende locatie met opnieuw een prachtig zicht op de bergen van Da Lat. Tijdens de tour ontmoette ik 4 mensen, een Brits stel (van wie ik nog steeds niet precies de naam weet, Steve en...), Jason uit Maleisie en Sheng uit China. Vooral met Jason heb ik de dagen daarna veel rondgehangen, hij heeft ongeveer hetzelfde plan als mij, alleen gaat hij met de bus en ik nog altijd op mijn dappere scooter. Sheng komen we ook overal tegen en intussen houden we contact met het Britse stel, die we zo af en toe ook ontmoeten voor een biertje.

Hoe dan ook, ik had haast, snel verder, dus de volgende ochtend moest ik mijn mooie hotel alweer vaarwel zeggen en vertrok ik, nog altijd alleen, op de scooter, dit keer naar Nha Trang. Opnieuw een geweldige route, terug de bergen in en nu met spectaculaire uitzichten naar benden, terug naar de vlakke, felgroene rijstvelden, maar nu met hogere, machtigere bergen er bovenuit torenend dan voorheen. De weg naar Nha Trang bleek overigens helemaal niet zo lang, want na 5 of 6 uur bereikte ik de stad al en voor ik het wist bevond ik me al in het toeristengebied. Ik vond al snel een goed hotel en niet lang daarna kreeg ik bericht dat Jason ook aangekomen was, samen hebben we opnieuw een tour van de Sinh Tourist geboekt en zijn naar het strand geweest. Nha Trang is weer een heel andere stad dan Da Lat. Want het gaat hier vooral om het strand, het strand met het mooie witte zand, blauwe golven en gigantische peperdure hotels aan de kust. Niet helemaal het gene wat ik zoek, maar wel heerlijk even gezwommen. Ook mooi even de stad in geweest, naar marktjes en een duur winkelcentrum, waarboven we een bowlingbaan vonden! Na ons avondeten zijn we dan ook lekker gaan bowlen. Natuurlijk werd ik ingemaakt, maar het was wel weer een mooie avond.
De volgende dag was de dag van onze tour, Jason ging dus ook mee, en Sheng was er ook. En dat was iedereen die mee ging, mooi met z'n drietjes. Gezellig! Omdat ik mezelf niet de tijd gun om te gaan snorkelen was het wel mooi dat we naar Oceanisch Instituut gingen waar we veel zeediertjes van dichtbij konden bekijken, degenkrabben, pijlstaartroggen, schildpadden, blaasvis, van alles. Natuurlijk ook wel zielig dat ze achter glas zaten, dus namensn iedereen die dat erg vindt; het spijt me. De tour bracht ons ook naar de Chong stenen, een strand vol met rotsen en stenen, klinkt niet heel bijzonder, maar het was wel mooi. Ook hebben we een bezoekje gebracht aan de Ponagar Cham tempel, een oude tempel zomaar ergens midden in de stad gebouwd door de oude bevolking van Vietnam, zo rond dezelfde tijd als de Cambodjaanse Khmer-beschavingen. Na een bezoek aan de markt en onze lunch vertrokken we naar een spa, waar we heerlijk in een modderbad hebben gelegen en in warmwaterbronnen hebben geweekt. Na afloop was de tour ook alweer klaar. Die avond zijn Jason en ik nog het nachtleven in gedoken, maar ik heb het niet te laat gemaakt, want de volgende dag moest ik weer opweg.

Die volgende dag kwam natuurlijk veel te vroeg, maar ik moest wakker zijn, want ik had weer een lange tocht voor de boeg. De weg van Nha Trang naar Hoi An is geen kleintje en wist dat ik er twee dagen voor nodig zou hebben om er te komen. Gelukkig was mij verzekerd dat de weg erg mooi was en na een tijdje rijden reed ik van het ene moment nog in de stad en het volgende alweer door een bergachtig landschap die me langs geweldige stranden met kristalhelder water en vergeten dorpjes bracht. Maar helaas was dat geluk niet van lange duur. De 'mooie weg' die mij verzekerd was werd geteisterd door voorbij haastende vrachtwagens en veel, erg veel werkzaamheden. Het was niet bepaald een rustgevende tocht, want overal waar ik reed, reden ook de trucks en door de werkzaamheden kon ik voortdurend afremmen. Waar ik eerst nog hoop had Hoi An in 1 dag te bereiken, was die hoop al snel vervlogen. Pas toen het later begon te worden werd het rustiger en reed ik met een geweldige zonsondergang door de rijstvelden. Intussen had ik ook besloten waar ik zou blijven slapen, een plaatsje genaamd Hoai Nhon en nadat ik ongeveer 11 uur lang had gereden kwam ik daar aan en direct bij aankomst stond er al een hotel klaar waar ik besloot te blijven. De kamer was niet bijzonder en best ongezellig, maar ze hadden kennelijk toch een ster weten te verdienen. Toen ik 's avonds nog even rondliep op zoek naar mijn voedsel, en ook om het plaatsje te ontdekken keek iedere voorbijganger om, blaften een aantal honden naar mij en werd ik af en toe enthousiast, maar van een afstand begroet. Mijn avondeten was moeilijk te bestellen, maar ik was blij dat de ober begreep dat ik wilde hebben wat hij mij aan beveelde. Ik kreeg een pan op tafel met een soort gestoomde in kleine plakjes gesneden rollade op een bed van spinazie en een soort groente die me nog het meest deed denken aan de lokale drakenplant. Het was erg goed en na het eten trok ik mij terug in mijn hotelkamer voor een goede nachtrust.

De volgende dag was ik echter ook alweer vroeg op en vertrok ik opnieuw richting Hoi An, terug tussen de vrachtwagens, en bijna nog te ver doorgereden naar Da Nang, maar gelukkig op tijd mijn weg gevonden. Om 2 uur in de middag bereikte ik Hoi An en vond al snel een hotel. Niet echt een goede, maar wel goedkoop. Geen ramen, TL-verlichting, een Airco die volgens mij niet goed werkte, tv was kaput en een tegensputterende douche. Nou ja, een goede reden om naar buiten te gaan dus. De eerste plek die ik vond was een oud huis, waar je als bezoeker gratis naar binnen kon. Het houtwerk was erg goed gedaan en het was mooi om te zien dat er nog steeds echt in geleefd werd. Niet zo leuk was was dat ik me heb laten overhalen om een lantaarn te kopen. Hierna heb ik bij een van de vele kledingwinkels mijn maten laten opnemen en heb ik voor nog geen 130 euro (erg stom, ik had niet afgedingd) een Chinese stijl maatpak laten maken, met broek en bijpassend overhemd. Ze keken wel raar op dat ik geen westers pak wilde, wat ik op mijn beurt weer raar vond. Je bent in Azie of je bent het niet. Na afloop een wandeling gemaakt door het oude centrum van de stad. De stad hangt vol met lampionnen, overal zijn tempels gebouwd en de Japanse brug is ook een erg populaire attractie. Anders dan dat heb je het na een uur ofzo ook wel gezien. Overdag dan. Maar die nacht ben ik niet meer de stad in geweest. Ik heb een heerlijke massage met hete stenen en kruiden gehad en daarbij was ik zo erg aan het wegdommelen geweest dat ik nauwelijks nog trap kon lopen. Vroeg naar bed. Mijn slaap was overigens vreselijk, want het was heet en ik ben weet niet hoe vaak gestoken door de beestjes met wie ik de kamer deel.

De volgende ochtend was het weer een stukje minder dan voorheen, het was nu goed bewolkt en er was geen puntje blauw te zien in de lucht. Deze dag zijn we weer gaan touren, dit keer naar My Son een groep oude Cham tempels over een gebied van 2 vierkante kilometer. Hier mijn kennis over het Hindoeisme was bijgespijkerd. Jason en Sheng waren er onder andere ook weer bij. Natuurlijk was het niet zo mooi als de Angkor tempels, maar het was wel bijzonder om te zien dat dit gebied gebombardeerd was en dat er dus overal kraters tussen de ruines lagen. We gingen terug naar Hoi An met een bootje. Daar aangekomen was het tijd voor mij om mijn pak op te halen, na even passen bleek dat de broek te lang was, dus nog even een paar uurtjes wachten. Die uurtjes heb ik gespendeerd door nog even rond Hoi An te rijden op mijn scooter, maar voor ik echt ver was kon ik alweer omdraaien en was mijn pak klaar. Direct aangehouden natuurlijk. Want die avond zouden we uit eten met het Britse stel wat intussen ook gearriveerd was. Na het eten terug naar het centrum en verdikkie, ik had ivm het pak mijn camera niet mee, balen, want het was prachtig. Alle lampionnen waren nu aangestoken en het centrum was prachtig gezellig verlicht. We hebben allemaal nog een kaarsje in het water gelegd, iets wat normaal op iedere 14e van de maand in grote getalen gebeurd. Dan schijnt de rivier dus vol te liggen met die kleine lantaarntjes, dus ja, iets om te onthouden voor de volgende keer, want dat moet een prachtig gezicht zijn. Die avond zijn Jason en ik nog op stap geweest en zijn we terecht gekomen in een klein kroegje waar nauwelijks mensen waren, maar waar we heel gezellig hebben gepraat en gedronken. We waren onze eigen DJ's en hebben gebiljart en tafelvoetbal gespeeld en het werd niet eens heel laat. 2 uur 's nachts was het alweer bedtijd.

De volgende dag vertrok Jason naar Da Nang, een stad die ik besloten heb over te slaan. In plaats daarvan bleef ik nog een dagje in Hoi An. Begin van de middag greep ik mijn scooter en vertrok weer het platteland op, op zoek naar het strand van Hoi An. Onderweg gestopt bij een van de vele monumenten die Vietnam telt ter ere van de soldaten die gevochten hebben in de vele oorlogen die Vietnam gekend heeft. Daarna weer verder op zoek naar het strand. Het duurde even, maar ik vond hem, en wat voor strand was dat! Het weer was nog steeds bewolkt, maar het was een geweldig strand. Op een paar mensen na was ik helemaal alleen, geen grote hotels, alleen maar een paar palmboompjes en strandstoelen onder parasols van palmbladeren. De zee was woest en de golven soms erg stevig, ik had graag gezwommen, maar in plaats daarvan kwam ik een man tegen. Een Vietnamese man met blauwe ogen, hij was doof en stom (dat hij niet kan praten, bedoel ik) en hij begon te tekenen in het strand. Direct wist ik wie hij was, voor de mensen onder ons die Top Gear kijken, ik was op hetzelfde strand als zij waren geweest en ontmoette nu dezelfde man als zij hadden ontmoet. De man heette Cam en hij bleek in drie oorlogen te hebben gevochten, tijdens de burgeroorlog, de oorlog met Korea en de Vietnamoorlog. Met gebaren, oude foto's en tekeningen legde hij mij zijn verhaal uit en nam hij me op zijn motor mee naar de plaatsen waar hij gevochten had. Ook gaf hij aan dat het gebied over 5 jaar niet meer te herkennen zal zijn. Het gebied waar ik mij nog helemaal in kon beelden dat er soldaten en tanks overheen rolden zou dan helemaal bedekt zijn met dure hotels en het strand waar ik net nog alleen was zou bezaaid zijn met rijke toeristen. Samen met Cam heb ik nog wat gedronken en gegeten. Ik bedankte hem hartelijk voor alles en gaf hem natuurlijk ook wat geld wat hij dankbaar aannam. De tour van Cam was natuurlijk niet de meest opbeurende, maar wel degelijk interessant.
Maar de dag was nog jong. Ik vertrok weer op de scooter en eigenlijk na een paar honderd meter door het platteland kwam ik bij ondergelopen veld waar schelpdieren werden gekweekt en een stel jongens net het water in liep terwijl twee dames aan de kant zaten. De oudste van de dames, achteraf de tante van het meisje naast haar vroeg vrolijk lachend en natuurlijk voor de grap of ik wilde zwemmen. Nou ja, eigenlijk wel. Dus tot groot plezier van iedereen daar aanwezig dook ik in mijn t-shirt en korte broek het water in. Vervolgens meegeholpen met het uitgraven van de schelpdieren en na drie kwartier hadden we gewoon ook een flinke bak vol en werd ik door het meisje, Mai (tevens de enige van wie ik de naam kreeg), uitgenodigd bij hun thuis voor het avondeten. Natuurlijk ging ik mee. We gingen naar het huis van de jongens met wie ik de schelpdieren had gezocht, twee vrienden van Mai. Hun vader leek kort geleden overleden te zijn en er stond een groot altaar voor hem, met koekjes, sterke drank, bier en zijn blackberry. Er werd duidelijk niet van mij verwacht dat ik wierook aanstak, dus dat heb ik ook niet gedaan. Intussen werden de schelpdieren ontdaan van hun zand en schoongemaakt en mocht ik even douchen. Het huis is erg klein, De voorkamer, waar opa en oma wonen was mooi en had een blauw-groene tegelvloer, verder was het net een schuur, koken werd gedaan boven vuur wat het huis vulde met blauwe rook en water kwam uit een tuinslang. Mijn t-shirt werd buiten te drogen gehangen en ik kreeg zolang een geel shirt met daarop een blauwe bus met allemaal vrolijke getekende Aziatische kopjes erin en de tekst "keep moving forward!!!" erop. Het paste nog maar net en het was niet echt mijn stijl maar het was in ieder geval droog. Het eten was er goed, en er kwamen ook nog wat meer vrienden van de familie eten, waardoor we met z'n zessen in een kring op de grond zaten. Voor mij was er dan ook nog een bord met noedels, garnalen en wat onbekende dingen neergezet. Ik bood andere mensen daar ook wat van aan, maar kennelijk hoefde niemand dat. Ook de schelpdieren waren erg goed klaargemaakt met citroengras en een zoute dressing. Sowieso weer een erg unieke ervaring. Na het eten was intussen half 7, 7 uur, en vertrokken iedereen weer. Ik dus ook, ik kreeg mijn t-shirt mee in een plastic zakje, omdat hij nog steeds nat was en ik was verrast maar dankbaar dat ik het gele shirt mocht houden. Terug in Hoi An ben ik nog de stad in geweest een uitgebreide wandeling om foto's te maken (de plaatselijke bevolking vindt mijn gele shirt trouwens enorm leuk), maar daarna was het ook wel weer mooi geweest. Het was een lange maar mooie dag en de volgende dag zou ik verder naar Hue.

De dag dat ik dit schrijf is 5 maart. De dag begon met het reorganiseren van mijn rugzak, aangezien ik nu een net pak en een lampion mee moest sjouwen. Alles past nog maar net, dus tot Hanoi maar geen souvenirs meer. De dag was opnieuw erg bewolkt en toen ik eenmaal alles ingepakt had, uitgechecked was en mijn tas weer op mijn motor gekregen had vertrok ik weer. Dit keer naar Hue. Het was even zoeken maar al snel vond ik de weg naar Da Nang, wat op de route ligt en de op 4 na grootste stad van Vietnam. Ik heb er niet teveel van gezien, behalve vele bouwprojecten, een drukke rotonde in het centrum waar ik door een omleiding terecht was gekomen en een gewoon uitziende straat. Buiten het centrum leek het allemaal erg klein en totaal niet toeristisch, maar ik besloot niet te blijven. Na Da Nang voelde ik iets, water, het was regen, motregen, maar toch echt regen. Op mijn hele reis had ik nog geen spatje gevoeld en vooral gebakken in de zon en nu regende het eindelijk. Heel licht, ik kon het niet eens zien op mijn helm, maar mijn handen voelden het. Een eindje noord van Da Nang kreeg ik een keuze, door de Hai Van tunnel, of over de Hai Van berg. Natuurlijk geen moeilijke keuze, avontuur! Ik ging over de berg. Ik kon de top door de laag hangende wolken niet zien, maar ik ging ervoor. Eerst was het nog geen probleem, ik had mooie uitzichten over de zee en de jungle was door de aansterkende regen een echt regenwoud geworden. In combinatie met de temperatuur moest ik vooral denken aan een botanische tuin, maar dan zonder de vlinders, warm en vochtig. Onderweg een poncho gekocht voor mijn backpack en zelf mijn gore-tex regenjas aangetrokken (jaja, deze slimme jongen had er even een gekocht in Ho Chi Minhstad). Vervolgens klom ik verder omhoog en verder en verder. Intussen was ik in de wolken, de regen was nog steeds zacht, maar wel natter en op een gegeven ogenblik was het zicht minder dan 30 meter. In combinatie met de vrachtwagens die dezelfde weg namen was het eigenlijk wel heel eng. Het was gewoon maar hopen dat tegemoetkomende bestuurders mijn koplampen zagen. Er was niets te zien, alleen het kleine beetje weg wat nog te zien was, de bomen die rechts van mijn torenden en links van mij een wit-grijs niets van de afgrond naar beneden. Bovenop de berg kon ik een klein pleintje onderscheiden waar touringbussen stonden en met wat kraampjes, maar ik ging verder en gelukkig was dit ook alweer de afdaling. Ik kon steeds beter en verder kijken en ook de diepte die nu intussen naar mijn rechterzijde was verplaatst was weer zichtbaar. Toen doemde de zee ook weer op en kwam ik aan op een prachtige plek. Het leek een schiereiland en het plaatsje heette Lang Co. Een prachtig strand aan een blauwe zee en mooie gekleurde huizen met een gelige kerk die er bovenuit stak. Vastgeketend aan het vaste land met bruggen. Als ik terug kom denk ik dat ik hier wel wat meer tijd zou willen spenderen, want het zag er prachtig uit. Ik mocht er zelfs even doorheen rijden op weg naar Hue. Hue was intussen niet ver meer en 30 kilometer later reed ik de stad in en vond met een beetje hulp van Lonely Planet het Google Hotel een keurig schoon hotel waar ik een kamer heb met een goede airco, gezellig licht en een raam! Dat had ik nodig. De dag was nog jong, dus snelsnel weer de stad in. Hue is in Vietnam vooral bekend voor de mooie dames. En (sorry als ik dit al eerder geschreven hebt) daar zit een verhaal achter.
----------
Hue is de oude hoofdstad van Vietnam, hier woonden de keizers. De Keizerlijke familie heette Nguyen en een van deze keizers had 80 vrouwen. Allemaal mooie dames uit het hele land en deze keizer kreeg een dikke 130 kinderen. Door een oorlog moest hij vluchten naar het zuiden en de Mekong Delta en hij nam wat vrouwen mee. Hierdoor leven de mooiste meisjes in Vietnam nu in Hue en de Mekong Delta. Daarbij heet meer dan 30% van de Vietnamese bevolking Nguyen! Hoppa!
-----------
Het motregende nog steeds en ik nam een cyclo (fietstaxi) naar de Citadel en vervolgens liep ik om 4 uur de oude keizerlijke stad binnen. Deze stad ligt bezaaid met tempels in een prima staat. Het zou zomaar in China kunnen zijn, maar het was toch echt Vietnamees. In deze stad hebben tot in de 19de eeuw de keizers van Vietnam geleefd. Na twee tempels te hebben bezocht kwam ik er achter dat ik helemaal alleen was, er waren geen toeristen meer te bekennen en op mijn gemak ben ik in de regen door de verlaten stad gaan wandelen. Ik had twee uur de tijd, want een van de staff wist mij te vertellen dat de boel om 6 uur sloot. Intussen gebeurde dat ook al een beetje, maar ik nam rustig de tijd en heb zelfs precies genoeg tijd gehad om alle tempels te bezoeken. Er waren gebouwen voor recreatie, pagoda's, verblijfplaatsen voor verschillende familieleden, tempels ter verering van de oude keizers, een troonzaal en natuurlijk een tuin. Maar ook oude ruines, een een poort met kogelgaten erin. De oorlog heeft ook deze plek niet gespaard. Sommige tempels zijn opnieuw opgebouwd na bombardementen. Even na zessen stond ik dan eindelijk buiten en heb nog door de citadel gewandeld. Dit gebied rond de Keizerlijke stad lijkt totaal niet oud, maar is het wel. Er lopen geen toeristen rond, maar wel heel veel Vietnamese stelletjes. Na ergens wat noedels te hebben gegeten terug gelopen naar Google. Voor morgen heb ik een tour naar Paradise Cave geboekt, een van de dingen die ik MOET zien in Vietnam. Ik ben wel de hele dag onderweg. Na het boeken heb ik een enorm verhaal geschreven op waarbenjij.nu, een verhaal waarvan je nu bijna het einde hebt bereikt. Nou, nog niet helemaal, want deze post is misschien wel bijna afgelopen, maar er komt vast nog wel een verhaal voor ik weer in het vliegtuig zit. Bedankt voor het lezen. Tot de volgende keer!

  • 05 Maart 2014 - 18:01

    Thecla:

    Wat een prachtig reisverslag! Het is een feestje om jouw verhalen te lezen!
    Gefeliciteerd met de twee Joosten! Tot over 11 dagen!

  • 10 Maart 2014 - 17:37

    Saskia Niewold:

    Jorn, wat maak jij geweldige dingen mee!!! Echt super leuk om je verhalen te lezen; mijn sweet memories komen allemaal weer boven!!! lot's of fun daar nog en tot snel!
    Smok

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jorn

Ik heb krullen en een baard.

Actief sinds 09 Nov. 2013
Verslag gelezen: 426
Totaal aantal bezoekers 7892

Voorgaande reizen:

15 Januari 2014 - 15 Maart 2014

Cambodiëtnam

Landen bezocht: